De bever is het grootste knaagdier in Nederland. Hij heeft grote (oranje) tanden en een platte staart. Hij weegt 20 tot 30 kilo en kan inclusief staart 1.30 meter worden.
De populatie bevers in Flevoland is de laatste 20 jaar enorm toegenomen. In 2000 leefden er 20 bevers, in 2020 waren het er al 250. Dit komt door het voortvarende gedrag van enkele bevers die in de jaren ’90 ontsnapt zijn uit Natuurpark Lelystad. Via sloten kwamen ze in de Lage Vaart en zo ook in het Vliegerpark.
Beverspecialist Jeroen Reinhold van Landschapsbeheer Flevoland zegt dat bevers in Almere Haven vrij gebruikelijk zijn.
“Die zijn daar al een paar jaar gesignaleerd, hoewel we in Almere Haven nog steeds hun verblijfplaatsen niet goed kunnen vinden. Meestal zijn de burchten, een verzakt onderwaterhol waar de bevers takken op leggen, na verloop van tijd wel te vinden. Maar in Haven nog niet.”
Je kunt aan aan- en omgeknaagde bomen zien dat er bevers leven. In de zomer is er voedsel genoeg, dan eten ze planten, jonge scheuten van waterplanten, ook knagen ze kleine boompjes om. Maar ’s winters gaan ze ook grote bomen te lijf en eten ze twijgen en schors. Hun tanden groeien almaar door, omdat ze slijten door de tanden te gebruiken als gereedschap voor de bouw van hun burcht en een dam.
Ook in de eiken in het Vliegerpark vind je zomers de rupsen van de gelijknamige nachtvlinder. De rups heeft brandharen. Deze brandharen kunnen jeuk, bultjes en oogklachten geven. De gemeente Almere bestrijdt op diverse manieren deze rupsen. Voor meer informatie klik hier.
De Vliegeraars helpen mee en zorgen voor uitbreiding van de meest natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, mezen en vleermuizen. Voor hen worden mezen- en vleermuiskasten opgehangen. Dat zal zorgen voor meer jonge vogels en dus meer natuurlijke vijanden. Bloembollen worden onder eikenbomen geplant zodat er meer insecten komen die de rupsen eten.