Bosrank – Clematis Vitalba
Het hele jaar door is de bosrank, Clématis Vitálba, een lid van de Ranonkelfamilie, gemakkelijk in de begroeiingen van het Vliegerpark (maar ook in alle andere Almeerse bossen en parken!) te herkennen. Vooral in de herfst en de winter als de pruikige vruchten heel goed opvallen en als een sluier over andere planten en bomen liggen, kun je de Bosrank gemakkelijk terugvinden. Tijdens de bloei valt de soort op door zijn tamelijk grote witte bloemen. En ook de als lianen slingerende stengels die in andere bomen en struiken hangen zijn goed te zien, zeker als er in het vroege voorjaar nog weinig blad aan bomen en struiken zit. Het is een inheemse plant en een echte kalkindicator.
De bladstelen van de bosrank slingeren zich om takken en stengels van andere bomen heen. Daardoor komt de plant steeds hoger in de vegetatie. Op den duur wordt de top van elke boom bereikt!
De stengel kan op den duur polsdik worden (in de Almeerse bossen zijn ze gezien van 10 cm doorsnede!), ligt gerold over de bodem, maar meestal hangen ze in de bomen en struiken waarin de bosrank zich omhoog gewerkt heeft. Deze meestal 5 tot 8 cm dikke lianen (stengels of strengen) hebben een strobruine kleur en zien er vezelig geribd uit. Ze kunnen tot wel 30 meter lang worden, maar met een groeisnelheid van 1,5 tot 2 meter per jaar (op normale grond, op onze zeer voedzame kleigrond gaat de groei helaas 2 tot 3x zo hard) hebben ze daar wel een aantal jaartjes voor nodig.
De bladeren, bloemen en pruiken
De bladeren van de Bosrank zijn samengesteld, oneven geveerd en de deelblaadjes zijn aanvankelijk licht groen van kleur, maar worden donkerder naarmate ze ouder zijn. De eironde deelblaadjes hebben een grof gelobde tot getande bladrand en een spitse top.
De witte bloemen (de bloei is van juni tot augustus) staan in pluimen en deze bloeiwijzen zijn te vinden in de oksels van de bladeren of ze zijn eindelings aan de takken en twijgen. Elke bloem heeft vier roomwitte bloembladeren die kruisvormig staan. Ze zijn een beetje teruggebogen en viltig aan boven- en onderzijde. Ze hebben veel witte meeldraden en insecten verzamelen het pollen. Er is geen nectar in de bloemen te vinden. Aan het eind van de bloei zie je het stamperhoofdje uitgroeien tot een pruikebol: de vele dopvruchten hebben een lange uitloper die bezet is met haren. Deze opvallende vruchten sieren de Bosrank tot laat in de herfst en in de winter als het blad allang van bomen en struiken is afgevallen. De wind kan deze vruchten als ze helemaal zijn uitgerijpt meenemen en zo bijdragen aan de verspreiding van de soort.
Bosrank is giftig
Als de blote huid met het sap van de bladeren in aanraking komt ontstaan blaren / blaasjes, vergelijkbaar (maar wel minder heftig) zoals ze ontstaan wanneer de huid in aanraking komt met het sap van de berenklauw. Deze blaasjes jeuken verschrikkelijk, en hoe meer je krabt des te erger gaan ze jeuken. Honden die de bladeren en daarmee het sap uit de bladeren binnenkrijgen kunnen erg ziek worden.
Kortom, bosrank is geen fijne plant en misschien wel net zo schadelijk als de Japanse Duizendknoop. Schrijver dezes begrijpt niet waarom tuincentra de bosrank volop aanprijzen en verkopen. Ze zullen prachtig bloeien in stadstuinen, oké dat begrijp ik wel, maar hun zaden vliegen mee met de wind, landen in de omringende parken en bossen en veroorzaken daar diepe ellende. Alle planten en bomen waar de bosrank ongehinderd tegenaan en in kan klimmen worden volledig overwoekerd en gaan uiteindelijk dood. In ons Vliegerpark heb ik veel bomen gezien, ook bomen met stammen van wel 8 tot 10cm dik, die door de bosrank krom getrokken en daardoor bezweken waren, of ze waren al eerder bezweken door gebrek aan licht en lucht. Een bijnaam van de bosrank is dan ook ‘heggenwurger’ (en niet alleen heggen worden gewurgd!).
Bestrijden
De bosrank in ons park bestrijden we simpelweg door de penwortel en de stengels door te knippen (helaas biedt deze methode niet honderd procent einde-bosrank garantie). Bosrank heeft een penwortel die niet noodzakelijk recht naar beneden de grond in groeit. Deze penwortel splitst zich vlak boven de grond in een rozet van 5 of 6 zijtakken. Vergelijk het met de spaken van een autowiel. Op de middelste foto hieronder is de penwortel doorgeknipt en is de rozet er ondersteboven naast gelegd (voor een fotogenieke foto).
Het doorknippen van de penwortel volstaat niet, dit omdat over de grond lopende strengen op meerdere plekken ‘reserve’ wortels kunnen vormen. Aanbevolen wordt daarom: knip de penwortel en trek de strengen los uit de grond; knip voor de zekerheid ook de omhoogslingerende strengen door, bij voorkeur ook wat hoger boven de grond zodat goed zichtbaar is dat de betreffende boom of struik ‘geholpen’ is. Bevrijd van de bosrank is de boom in kwestie dan nog niet. Dit omdat het zeer lastig zo niet onmogelijk is om de tientallen bosrankstengels uit de boom te trekken (eruit trekken lukt alleen bij jonge bosrank, 2 tot 3 jaar oud). Zoals eerder gezegd slingeren de stengels zich om te takken en stammen van hun gastheer waardoor ze ‘muurvast’ zitten. Laten afsterven is dan de enige oplossing, een aantal jaar na de knipbeurt laten de afgestorven bosrankstengels zich eenvoudig verwijderen. Met de hand is bosrank niet stuk te trekken, de stengels zijn zeer taai. Een goede snoeischaar (een Felco 2, beetje reclame mag) biedt uitkomst. Gelukkig is bosrank hout vrij zacht.
Clematis ziektes
Bosrank is bevattelijk voor de clematis verwelkingsziekte. Dit is een schimmelziekte, die de spruit vanuit de basis laat afsterven. De ziekte is heel moeilijk te bestrijden, maar oudere planten met dieper liggende wortelstelsels zijn niet erg bevattelijk voor deze schimmelziekte. Ook grote vochtigheidsschommelingen in de grond zijn slecht voor de plant. Bladluizen kunnen verschijnen op plaatsen zonder voldoende luchtverversing. Jonge scheuten worden soms gegeten door regenwormen of muizen. Kortom, hopen dat natuurlijke vijanden of ziektes de bosrank in ons park ten grave dragen, is een illusie. De mens moet het doen, kom helpen!